bodembeleid met de Omgevingswet en het nieuwe bodemconvenant
Sessieleider: Ron Nap (UP Bodemconvenant)
U wordt geïnformeerd over de inbouw van de bodemregelgeving in de Omgevingswet met een gelijktijdige beleidsherziening. Dit luidt een nieuwe periode van bodembeleid en regelgeving waarbinnen we echt integraler gaan werken en we steeds minder gaan hebben over saneren en beheren. Ofwel saneren en beheren zien in de context van ondergrond en het natuurlijke bodem- en watersysteem dat mogelijkheden biedt en randvoorwaarden stelt aan gewenste ontwikkelingen. Dit zal gevolgen hebben voor u als overheid of bedrijfsleven. De nieuwe afspraken in de onlangs gesloten bodemconvenanten (tussen overheid en bedrijfsleven) zorgen voor de gewenste uitvoering en afronding van de huidige bodemsaneringsoperatie en leidt de nieuwe fase naar de Omgevingswet actief in. De verwachting is dat we na de uitvoering van de afspraken uit beide bodemconvenanten de bodemsaneringsoperatie zoals we die al sinds 1984 kennen, in 2020 grotendeels als afgerond kan worden beschouwd. Na deze fase zal het beheer van de overgebleven verontreinigingen in de bodem en het grondwater gezien worden als een onderdeel van de maatschappelijke opgaven in de fysieke leefomgeving en wordt het ook een onderdeel van het ruimtelijk beleid.
Doel van het bodembeleid, opgenomen in de Omgevingswet, is en blijft het duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van bodem en ondergrond. Echter niet alles zal nog nationaal worden geregeld en op een detailniveau zoals men binnen de Wbb gewend was. Er zal als gevolg van ver doorgevoerde decentralisatie meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid verwacht worden van de gezamenlijke overheden, ondersteund door de Omgevingsdiensten. We laten u zien welke kansen de omgevingswet biedt, juist in relatie tot de maatschappelijke opgaven waarbij de circulariteit in het natuurlijke bodem-, en watersysteem en een beheerste omgang met de bodem centraal staan.