Veilig werken in verontreinigde grond; nu en in de toekomst
Voorzitter: Marloes Springer (CSO)
Veilig werken in verontreinigde grond is inmiddels gesneden koek bij het uitvoeren van bodemsaneringen. Maar ook bij werkzaamheden aan leidingen, rioleringen of wegen kan contact met verontreinigde grond optreden en zijn veiligheidsmaatregelen belangrijk. Opdrachtgever en opdrachtnemer hebben in het kader van de Arbo-regelgeving de verplichting om de risico’s van het werken in (verontreinigde) grond in beeld te brengen. Deze verplichting geldt voor alle graafwerkzaamheden, dus ook op onverdachte locaties. Uit onderzoek van de Inspectie SZW is gebleken dat beide partijen hierin regelmatig te kort schieten. Daarnaast maakt de Wbb het meer en meer mogelijk om verontreinigingen niet te verwijderen maar te isoleren. Hierdoor ontstaat mogelijk een conflict tussen Arbo-regelgeving en de Wbb. Uitgangspunt van de Arbo-wet is om gevaren bij de bron aan te pakken. Voor kankerverwekkende stoffen is het toepassen van PBM’s zelfs pas toegestaan nadat is aangetoond dat voorkomen of beperken van blootstelling technisch niet mogelijk is. Het probleem dat nu ontstaat is dat de aanwezigheid van verontreinigingen vanuit de Wbb is toegestaan maar dat het werken in dergelijke verontreinigde grond niet mag. We onderzoeken deze aspecten door, in 3 presentaties, verschillende invalshoeken te verkennen. Aan het einde van deze sessie stellen we onszelf de vraag: hoeveel risico zijn we bereid te accepteren, hoe verhoudt zich dat tot de Wbb en de Arbo en op welke wijze kunnen we op een verantwoorde wijze invulling geven aan de Arbo voor de onverdachte locaties?
- Accepteren van verontreinigingen levert meer veiligheids- en gezondheidsaspecten op en is kostbaar. Zijn bouwers hierop ingericht?
Arno Peene (Heijmans) - Gebruik van bodemkwaliteitskaarten bij bepalen van veiligheidsklassen
Jos Corten (JC-Advies) en Gino Smeulders (de Biogeoloog) - Stand van zaken herziening CROW
Daan van Wieringen (Tauw)