Bodembeheer en de rol van de gemeente
Het Griftpark in Utrecht is één van de iconen van het tijdperk van de grootschalige bodemsaneringen. Ook is het een voorbeeld hoe een verontreinigd gebied omgevormd kan worden tot iets waardevols voor de stad. Het is een prachtig park geworden met veel groen, een stadsboerderij en een speeltuin. Wat blijft is dat we continue het stortmateriaal onder het park in de gaten houden. In die zin staat het Griftpark symbool voor het resultaat na dertig jaar saneren. We hebben de ergste verontreinigingen weggehaald, maar het overgrote deel laten we zitten. Dat halen we niet weg, daar gaan we mee om.
De manier waarop we daarmee omgaan is volop in ontwikkeling. Van gebiedsgerichte aanpak naar een beheersmatige aanpak van de bodem en de ondergrond. In dat proces zitten wij als gemeente Utrecht maar ook als gemeentes gezamenlijk. Omgaan met de bodem is een leerproces. Het gaat daarbij om inhoudelijke technische vraagstukken en om vraagstukken rondom de rol van de lokale overheid. Omgaan met de bodem is omgaan met de elementen van onze primaire levensbehoeften: water, voedsel, energie en ruimte. De verschillende overheidslagen hebben een verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat alle burgers toegang hebben tot deze diensten van de bodem. En dan niet alleen alle burgers van nu, maar ook van morgen.
Voor gemeentes wordt deze verantwoordelijkheid in toenemende mate voelbaar en concreet. Actueel is de betrokkenheid van gemeentes bij het gebruik van de diepe ondergrond. Recent hebben we als WEB* gesproken met onder meer Bergen aan Zee (ondergrondse gasopslag), Groningen en Loppersum (aardgaswinning), Enschede (gasolieopslag in zoutcavernes), Noordoostpolder (schaliegas), Heerlen (mijnbouw), Barendrecht (CO2-opslag). Ik pik het verhaal van de gemeente Bergen aan Zee er even tussenuit: in 2011 besluit de minister om in een verlaten gasveld tussen de gemeenten Bergen en Alkmaar Russisch aardgas op te slaan. De gemeente is niet op de hoogte van de voorbereidingen op dit project, die in 2008 al zijn gestart. De gemeente heeft niet de juridische positie en zeker niet de kennispositie om zich goed voor te bereiden en mee te doen. Tegelijkertijd verwacht de burgerij dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt in de veilige omgang met de ondergrond. Als gemeentes en als overheid staan we de komende jaren voor de opgave hierin opnieuw de verantwoordelijkheid van de overheid voor de bodem inhoud te geven. Juist deze opgave laat zien dat bodem en de vraag hoe daar mee om te gaan volop in de maatschappelijke belangstelling komt te staan.
Het elan van de bodemsector is jaarlijks zichtbaar op dit Bodem Breed-congres. Het is dit elan dat inspireert om deze fundamentele verandering in het denken over de bodem aan te gaan: leren om duurzaam gebruik te maken van de potenties, de veerkracht maar ook de kwetsbaarheden van bodem en ondergrond. De gemeentes staan er voor om hun rol in de omgang met de bodem vorm te geven en te verankeren in afspraken met andere overheden en het bedrijfsleven. Concreet doen we dat in de Structuurvisie Ondergrond, in de Omgevingswet en in het nieuwe bodemconvenant. Daarin leggen we de basis voor structureel en duurzaam beheer van de ondergrondse ruimte. Wij staan ervoor het werkgebied bodem en ondergrond op deze wijze wordt uitgebouwd. Van u verwacht ik, eerlijk gezegd, niets anders.
Ik wens u een inspirerend en goed congres toe!
Henk van den Berg (gemeente Utrecht /voorzitter WEB)
*De WEB is de werkgroep Bodem die de VNG adviseert over de ontwikkeling van het nationale bodem- en ondergrondbeleid. De WEB is een digitaal netwerk van bijna 200 ambtenaren van gemeenten en Omgevingsdiensten uit alle regio’s van Nederland. De landelijk actieve leden van de WEB komen vijf keer per jaar bijeen in vergadering.